Tijdens de zitting op 9 maart hebben 2 bankmedewerkers verklaringen afgelegd, evenals een agent die vanuit het hoofdkwartier naar de bank ging nadat hij de noodoproep kreeg, een paar minuten na de overval.
De eerste getuige verklaarde dat, naar haar mening, er helemaal geen vrouw was geweest tijdens de overval, ook al verwees ze af en toe naar “de vrouw” uit de verklaringen van de andere getuigen. Ze herinnerde zich een niet nader bepaald aantal overvallers, 5, 6, of 7. Allemaal met donkerachtige huid. Ze herinnerde zich op z’n minst een donkere pruik en een blonde. De andere met bivakmutsen. Ze verklaarde dat ze ten tijde van de overval maar eén pistool heeft gezien, omdat de overvallers haar zeer snel vertelden dat ze met haar gezicht naar beneden op de grond moest gaan liggen, waardoor ze bijna niets heeft gezien. De persoon die haar vroeg of zij de sleutels tot de zware kluis had deed dat in correct Duits, maar (dit wist ze niet zeker) met een Oost-Europees accent. Ze kwam tot de conclusie dat het een zeer professioneel team was en dat dit niet hun eerste overval was geweest. En dat ze bekend waren met het interieur van de bank. Ze herkende niemand van de aanwezigen.
De volgende getuige verklaarde dat hij zich een vrouw herinnerde, en 4 mannen. De vrouw met een jonge en vriendelijke stem. Ze zou perfect Duits gepraat hebben, maar niet als moedertaal, en mogelijk met een accent uit Oost- of Zuid-Europa (namelijk Griekenland, Spanje, Italië, Roemenië…). Tijdens zijn getuigenis heeft de rechter herhaaldelijk erop gewezen dat hij een compleet tegenstrijdige versie aan het geven was ten aanzien van wat hij eerder verklaard had. De getuige zei dat het twee-en-een-half jaar geleden was en dat hij zich bijna niets kon herinneren. Hij herkende niemand.
De agent verklaarde dat toen hij aankwam bij de bank, enkele minuten na de noodoproep naar het hoofdkwartier, hij 15 mensen aantrof, allemaal niet vastgebonden, die op een “verhitte” manier aan het praten waren. Iedereen wilde hem zijn versie van het verhaal vertellen. Niemand kon uitleggen of het gereedschap waarmee ze zich hadden bevrijd uit de kabelbinders (tang en een mesje) toebehoorde aan de bank of aan de overvallers. Toendertijd spraken ze over een vrouw en verschillende mannen met een oosteuropees accent. Hij kon zich niets herinneren van die dag, en gaf toe dat hij diezelfde ochtend zijn verklaring nogmaals had moeten lezen om zich voor te bereiden op zijn getuigenis.
De volgende zitting zal plaatsvinden op 13 maart om 09.00 en het is mogelijk dat er televisiecameras aanwezig zullen zijn.