Op de zitting van 13 maart zou een “mosso d’esquadra” (adjunct-inspecteur van de informatiebridage van de mossos d’esquadra, gevestigd in Sabadell) een verklaring afleggen over het gedeelte van het onderzoek dat betrekking heeft op de spaanse staat. Enerzijds gaat dit over het verkrijgen van het DNA van onze kameraden, anderzijds over alles wat te maken heeft met de “theorieën” van de politie over het financiëren van een terroristische organisatie.
Aan het begin van de verklaring vroeg de rechter om zijn naam en achternaam (net zoals bij de andere getuigen). De mosso wilde alleen zijn schuilnaam geven, Astor, omdat hij volgens hem alle uitgevoerde handelingen met betrekking tot de zaak uitgevoerd heeft als smeris en niet als persoon; daarom zou hij alleen zijn “professionele” identificatie kunnen geven. De advocaten van de verdediging eisten, in overeenstemming met de Duitse wet, dat hij zijn volledige naam geeft. De mosso weigerde, ondersteund door de officier van justitie, die zei dat dit niet erg gastvrij was. Tijdens de verhitte discussie tussen de verdediging en de officier kwam de rechter tussenbeide, om te verduidelijken dat er maar een geval is waarin een getuige niet verplicht is zichzelf te identificeren, namelijk wanneer er sprake is van een gevaar voor iemands fysieke integriteit, iets dat aangetoond moet worden aan de hand van documentatie, en wat de rechter vanaf het begin heeft verworpen.
Hierna werd door de rechter een pauze ingelast om te kunnen overleggen met de rechtbank. Na ongeveer 20 minuten kwam iedereen terug te zaal in; het besluit van de rechter was dat de mosso, om te kunnen getuigen, zich zou moeten identificeren (aangezien de Duitse wet prevaleert boven de Spaanse). De rechter vroeg zodoende of de getuige zijn baas zou kunnen bellen, om erachter te komen of hij toestemming heeft zich te identificeren. Na een volgende pauze verklaarde de mosso dat hij geen toestemming had om dat te doen. Uiteindelijk besloot de rechter dat de mosso niet kon verklaren en, daar hij zijn naam niet kon geven, het moeilijk werd voor de rechtbank om het formulier voor de vergoeding van de vlucht te tekenen, zodat de rechtbank die niet kon betalen. Hierop verliet de mosso de zaal.
De zitting ging verder met het voorlezen van een deel van de samenvatting omtrent het Spaanse onderzoek. Alle voorwerpen die tijdens de invallen op 13 april in beslag waren genomen zijn naar Duitsland gestuurd, samen met een rapport over de biochemische sporen gevonden op bijvoorbeeld telefoons, computers, etc. Er was ook een forensisch rapport over stemvergelijking tussen een telefoongesprek en en youtube video. Het bewijs hieruit was niet sluitend, zodat er niet meer data voor de rechtbank gebracht werd. Verder werd er een telefoonrekening voorgelezen die onderdeel uitmaakte van de documentatie van de verdediging.
De kameraden hadden goede zin en konden de hitte, kracht en solidariteit voelen van de aanwezigen in de zaal. De volgende zitting zal plaatsvinden op 20 maart om 09.00.